De éénvoud van mededogen

G.20.stltr.conc.2.jw kopie
Deze tekst was leidraad voor de inleiding van ons programma in maart 2011.

Het is bijzonder te zien, te ervaren wat betrokkenheid doet. Als je je werkelijk verbonden voelt twijfel je geen moment over wat je moet doen. Het wordt gedoe als je je afsluit: ja sorry, ik heb het druk, een andere keer, ik moet weg, ik voel me niet lekker enzovoorts… Je haalt er van alles bij. Het is het verschil tussen verbinding of afscheiding. Houd van de mensen, want ze zijn zoals jij, zo eenvoudig is het.

Ik kwam een aardig verhaal over éénvoud tegen in Vergeten erfenis*

Griekse astronomen worstelden met het probleem dat de planeten – die naar zij aannamen om de aarde draaiden – niet steeds dezelfde kant op bewogen. Mars, Jupiter en Saturnus gingen echter wel eens de andere kant op. Een ander probleem was dat de planeten soms sneller en soms langzamer bewogen dan voorspeld. Met behulp van complexe aannames en berekeningen verklaarden Griekse astronomen – omschreven in de Almagest van Ptolemeus -, deze onregelmatigheden. Toen koning Alfonso X de Geleerde van Castilië de theorie van Ptolemeus uitgelegd kreeg, merkte hij op dat hij de schepper des gevraagd iets eenvoudigers geadviseerd zou hebben. In de 15e eeuw ontdekte Copernicus dat de werkelijkheid ook een stuk eenvoudiger was, hij toonde aan dat de onregelmatigheden voortkomen uit het feit dat de planeten niet in cirkels om de aarde bewegen, maar in ellipsen om de zon.

Als je terug kijkt naar belangrijke momenten in je leven en je levensloop vind je dat wat er gebeurde meestal logisch en vanzelfsprekend. Je kunt er zelfs een rode draad in zien. Te weten dat je achteraf gebeurtenissen goed een plaats zult kunnen geven, kan je vertrouwen geven in wat zich voordoet. Op het moment zelf, hier en nu, kun je echter behoorlijk verstrikt raken in het gedoe. Je vertrouwen is ver te zoeken en je denken slaat op hol. Hoe kun je je dat vertrouwen herinneren? Het begint met stil staan, even tijd maken om afstand te nemen. Herinner je dan de bovenstaande ervaring: terugkijkend hebben de dingen een vanzelf sprekende plaats in je leven. Vervolgens kijk je of er wel een vraagstuk is voor dit moment: moet het werkelijk opgelost worden nu, of kan het wachten? Als het probleem zich als ingewikkeld voordoet is het eigenlijk nog niet het moment voor een besluit. De weg wijst zich uiteindelijk zelf.

Soms moet er een besluit genomen worden. Het is goed je dan af te vragen: wat stelt gerust, wat brengt me een gerust hart? Stel jezelf de vraag: wordt ik hier blij van, worden de mensen om me heen hier blij van? Dat brengt je als vanzelf bij betrokkenheid en mededogen als bron voor een gerust hart. Het is je herinneren dat oefenen in mededogen** rust brengt. Mededogen zou je in die zin heel egoïstisch kunnen noemen. En het is simpel, het is een eenvoudige graadmeter. De éénvoud van mededogen brengt rust: houd van de mensen, want ze zijn zoals jij. De kunst is óók te leren vertrouwen op de éénvoud in een wereld die zich zo complex voordoet…

Jan Weeda

Literatuur:* Vergeten erfenis, Oosterse wortels van de Westerse cultuur door Jona Lendering.
De kracht van het mededogen Tenzin Gyatsu, de 14e Dalai Lama.

** Oefenen in mededogen doen we bijvoorbeeld met de Tong Len meditatie. Quote: Uiteindelijk heb ik dit gevonden: naar Gods bedoeling is het leven éénvoudig, alleen de mensen halen zich van alles in het hoofd Prediker 7, 29.

Reacties