Mindfulness moeilijk te onderzoeken

Bij mindfulness gaat het om een gebied dat moeilijk te onderzoeken is.

Dat scholieren weinig baat zouden hebben bij mindfulness is een te stellige conclusie, vindt Hans van Dam. Zoiets als weerbaarheid tegen een leven vol prikkels is moeilijk te meten.
Mindfulness op school voorkomt geen depressies’ (Trouw, 12 augustus). En in één adem verbreedt de krant depressies tot ‘psychische problemen’. Dat is voor velen schrikken. Zijn mindfulnessprogramma’s voor kinderen en jongeren zinloos? Heeft iedereen zich dan al jaren vergist? Zowel in wetenschappelijk aantonen van evidente effecten als, belangrijker nog, in de ervaring?
Antwoorden blijven vooralsnog uit. Hoofdzaken als wat precies is onderzocht komen niet aan de orde, zoals welke vormen van mindfulness, bij wie, in welke leeftijd en over welke periode. En ook welke selectiecriteria zijn gehanteerd, hoe controlegroepen zijn samengesteld en wat daarin is gemeten en hoe de onderzoekers aankijken tegen effecten die niet te meten zijn maar wel worden ervaren. Natuurlijk, in een nieuwsartikel passen niet alle relevante details.
Deze armoede is even kwalijk als niet-verwonderlijk. Al jaren wordt iets voor waar aangenomen als er het label ‘wetenschappelijk onderzoek’ aan hangt. Besef ontbreekt dat wetenschap staat of valt met zorgvuldigheid, ruimte voor onzekerheid en (tegen)vragen. Elke onderzoeksopzet en resultaat dient de smeltkroes van twijfel en kritiek te doorstaan. Maar zo gaat het al vele jaren niet altijd. Bij replicatie (herhalings)onderzoeken bijvoorbeeld, ontstaan in meer dan vijftig procent andere resultaten, bij biomedisch onderzoek zelfs in 85 procent. Dit zou voorzichtig moeten maken, maar daar is weinig van te merken.

Al jaren ervaren erg veel mensen verrassend veel effect van yoga, mediatie en mindfulness

De genoemde gegevens duiden overigens niet altijd op slecht onderzoek of manipulatie van resultaten. Onderzoeken als deze betreffen deels moeilijk of zelfs niet meetbare aspecten van het bestaan. Bijvoorbeeld geluk, welbevinden, neerslachtigheid, mate van levensperspectief of zinvolheid ervaren, precies wat bij mindfulness speelt. Alle meetinstrumenten zijn vanuit de basale complexiteit van hersenen en menselijke ervaring beperkt en dus van relatieve waarde. Ook hier geldt het aloude adagium dat ‘gebrek aan bewijs niet bewijst dat het bewijs niet bestaat’.
Hoe dan verder in de praktijk? Vooral doorgaan met het aanbod. Met de mindset die los van dit onderzoek vereist is: niets helpt iedereen, ook mindfulness niet, zorgvuldig kiezen welke vorm op welke leeftijd, welke trede in de ontwikkeling, en waakzaam zijn op averechtse effecten. Daarbij bewijst de praktijk de beperktheid van onderzoekresultaten. Veel ontsnapt aan de beperking van mechanistisch denken, onderzoeken en hiermee samenhangende conclusies, misschien zelfs de essentie. Voor de duidelijkheid: dit geldt ook voor resultaten die wel effect melden: al jaren ervaren erg veel mensen verrassend veel effect van yoga, meditatie en mindfulness. Hun aantal is hoger dan vrijwel alle ondersteunende onderzoeksresultaten.
Mindfulness maakt kinderen en jongeren rustiger en weerbaarder
Bij aanslagen op geestelijke gezondheid geldt voor alle preventie en behandeling dat het een kwestie is van kracht en tegenkracht. Kinderen en jongeren leven in een wereld vol prikkels, eisen, haast, latten die dagelijks hoger komen te liggen, social media die niet-bestaande werelden als norm stellen. Voor een huiveringwekkend groeiend aantal kinderen en jongeren is er een overkill aan prikkels en eisen die mentale kracht en weerbaarheid gevaarlijk ondermijnt. Voor een aantal is de druk van de zieke samenleving te groot.

Conclusie: voor zover het onderzoek klopt, zet dat niet mindfulness maar de samenleving in de beklaagdenbank. Zeker is dat mindfulnessprogramma’s vaak fungeren als een route naar een andere manier van leven, namelijk in aandacht en met hierop afgestemd tempo en ritme. Op ontwikkelingsfase afgestemde mindfulness heeft gunstige effecten op cognitieve functies (concentratie, geheugen, leren) en maakt kinderen en jongeren rustiger, stabieler en weerbaarder.
Hiermee beschermt mindfulness een aantal mensen tegen een vrije val in misère en helpt het velen meer stabiliteit en stressbestendigheid ontwikkelen.

Hans van Dam docent en consulent hersenaandoeningen en levenseindevragen.

Reacties